Brandon noemde veel vrouwen sletten, als het zo uitkwam ook in hun gezicht. Dat leverde hem, afgezien van een paar correctieve gesprekken met de rector, geen noemenswaardige problemen op. Een paar dagen geleden veranderde dat, toen hij met Jackson door een winkelstraat liep. Op het moment dat ze langs de zonnebank kwamen, riep Brandon naar binnen: ‘Zijn de slettentosti’s al klaar?’ Hoewel van TikTok gestolen was het een geslaagde grap, zo vond hij. Jackson en hij lachten, en samen slenterden ze verder, op weg naar het absolute niets. In hun bestaan werd dat niets vormgegeven door een bankje tegenover de Jamin, waar ze een paar keer per week net zo lang zaten tot ze werden weggestuurd.
Ze liepen de hoek om, het bankje was al in zicht, toen ze werden ingehaald door een meisje dat licht hijgde. Op haar borst hing een plastic kaartje met haar naam: Kaylee.
‘Wat riep je nou net,’ zei ze. In haar stem peilde Brandon geen woestheid, zelfs geen verontwaardiging. Eerder iets als interesse, nieuwsgierigheid.
‘Slettentosti. Het was een grap.’ Hij keek haar aan en probeerde uit te maken of er on-Hollands bloed door haar aderen stroomde of dat ze gewoon te lang gebakken was. Toen hij merkte dat zij hem recht probeerde aan te kijken, sloeg hij zijn ogen neer.
Kaylee glimlachte. ‘Waarom kies je ervoor dat soort grappen te maken?’ Terwijl ze haar ogen tot spleetjes kneep, alsof ze een detective was die een lastige zaak op te lossen had, besloot Brandon: gewoon te lang onder de zonnebank gelegen.
Jackson kwam tussenbeide. ‘Omdat je een slet bent, Kaylee,’ zei hij.
Kaylee glimlachte en richtte zich nu expliciet tot Brandon. ‘Waarom kies je ervoor dat soort grappen te maken?’
‘Het is geen keuze,’ mompelde hij.
‘Ook als je niet kiest maak je een keuze.’ Ze knikte Brandon en Jackson toe en liep rustig terug.
‘Gore slet,’ zei Jackson toen ze uit het zicht was verdwenen. Brandon beaamde en dacht even na. ‘En toch zou ik haar doen,’ besloot hij.