Inspiratie

Toen ik jaren geleden na afloop van een voordracht van een door mij gewaarde columnist eens durfde te vragen hoe of dat dat nu eigenlijk in zijn werk ging, de professionele, schone kunst van het stukjesschrijven, en wat inspiratie daarmee te maken had, kreeg ik een verwarrend antwoord waarvan ik het gevoel had dat ik het nóg minder begreep dan alle andere aanwezigen.

Goed, dacht ik de avond nadien, dan zal ik het zelf eens uitzoeken. Ik besloot dat de beste manier om te leren zou zijn door acute blootstelling aan alle gruwel. Ik nam plaats achter mijn laptop. Naast me gaven een aantal waxinelichtjes verrassend weinig warmte af en ik had de kamer, ondanks dat het buiten al behoorlijk aan het verdonkeren was, zo goed mogelijk verduisterd. Op de achtergrond speelde zachtjes een vioolconcert. Lang kwam er niets. Een uur later had ik weliswaar wat op digitaal papier gekalkt, maar meer dan een mislukte monoloog met twee gestolen grappen was dat niet. Wanhopig zocht ik in alle hoeken en gaten van mijn kamertje naar inspiratie, maar een zoektocht is lastig wanneer je niet weet waarnaar je eigenlijk zoekt. Ik gaf niet op.

In de jaren daarna leerde ik mezelf zonder ‘inspiratie’ te werk te gaan. Wilde ik schrijven, dan moest ik stoppen het irreële, geromantiseerde beeld van het schrijven hoog te houden en mezelf aanleren om waar dan ook en hoe dan ook prikkelende letters op papier te krijgen. Aanvankelijk bleek dat een enorme opgave, vooral het vinden van geschikte onderwerpen leverde de nodige scheldpartijen op, maar na verloop van tijd leerde ik daar mee omgaan. Ik stelde mijn gehele dagelijks leven in dienst van het schrijven. Ik zag in dat elk opgevangen gesprek, elke al dan niet spontaan opgekomen herinnering, elke associatie, elke waarneming mogelijkheden biedt voor een ombouwing in letters. Daardoor opende zich een ongelimiteerde hoeveelheid mogelijkheden waar ik tot op de dag van vandaag de oneindige vruchten van pluk. Ook leerde ik mezelf (weliswaar met de harde hand) overal te schrijven, en ook dat komt nog steeds van pas. Ik schrijf tijdens het bakken van een omelet, vlak voor ik in slaap sukkel, tijdens het kijken van de derde herhaling van een oude aflevering van ‘Help, mijn man is klusser’ of tijdens het badderen. Voor ieders welbehagen zal ik maar voor me houden waar ik deze woorden schreef.

Wat ik maar wil zeggen is dat inspiratie volgens mij niet bestaat. Het is een verzinsel in de lieflijke (doch foutieve) opvatting die velen van schrijven hebben. Schrijven is, naast schrappen, keihard werken en blijven leren. Schrijven is veel te lang naar een scherm staren, gedachtes neerzetten, bijschaven en dan toch weer verwerpen. Schrijven is associëren, maar begin er maar eens aan. Schrijven is een onafgebroken gevecht tegen de afleiding en de deadline. Schrijven is geloven in je fantasie en snoeihard met de werkelijkheid geconfronteerd worden. Schrijven is als literatuur lezen, bier leren drinken en een marathon lopen. Schrijven is eigenlijk helemaal niet zo leuk. Schrijven is vaak heel kut. En toch, ik weet niet waarom, blijf ik het doen en raad ik het iedereen van harte aan.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s